SYMBOOLPOLITIEK VAN DE BOA-HOOFDDOEK GEEFT TRIBALISME RUIM BAAN

Burgemeester Halsema pleit voor open samenleving, maar handelt er niet naar

(Tekst in bewerking / nog niet voor publicatie)

 

De voormalige politiek leider van GroenLinks Femke Halsema, sinds juli 2018 burgemeester van Amsterdam, is het type persoon dat we kunnen omschrijven als ‘een intellectueel’. Wikipedia zegt daarover: ‘Een intellectueel is een persoon met een grote algemene ontwikkeling en een goed ontwikkeld oordeelsvermogen, die betrokken is bij het wetenschappelijk, maatschappelijk en cultureel debat. Intellectuelen worden beschouwd als de hoeders en voortbrengers van de cultuur. De verzameling van intellectuelen in een maatschappij wordt aangeduid met het begrip ‘intelligentsia’. Het lijdt geen twijfel dat Halsema een van hen is.

 

Dat zij een intellectueel is bleek al vroeg. Als HAVO-leerling verdiepte ze zich in de geschriften van Simone de Beauvoir en Elias Canetti. Vijftien jaar was ze nog maar toen ze in de greep kwam van de Amsterdamse toneelregisseur Apostolos Panagopoulos, onder wiens regie ze een rol vertolkte in het toneelproject ‘De Gedetermineerden’, naar een boek van Canetti. Panagopoulos liet Halsema en andere acteurs ‘een samenleving naspelen met als doel machtsvorming te onderzoeken’. Menige vijftienjarige is op die leeftijd met hele andere dingen bezig. 

 

Professoraat

In dat licht hoeft het niet te verbazen dat Halsema het, na een lang verblijf in de Haagse politiek, uiteindelijk zou brengen tot bijzonder hoogleraar aan de Universiteit van Tilburg -thans ‘Tilburg University’- waar zij, als bekleder van de ‘Leonardoleerstoel’ doceerde over ‘Politiek in de 21e eeuw’. We moeten het belang van dat professoraat niet overschatten -de inmiddels opgedoekte leerstoel werd bijvoorbeeld ook bezet door Wim T. Schippers, Cox Habbema, Wim de Bie en Bettine Vriesekoop- maar het moet voor de stapelaar Halsema als een warm bad hebben gevoeld dat ze, gehuld in de professorale toga, mee mocht lopen in het cortège van hoogleraren op weg naar de opening van het academisch jaar. Intellectuelen onder elkaar. 

 

Intellectuelen lezen en denken niet alleen veel, ze pakken ook de pen om de samenleving te dienen met beschouwingen over de meest uiteenlopende vraagstukken. Zo heeft Femke Halsema een aanzienlijke reeks publicaties op haar naam staan. Van columns in dag- en weekbladen tot essays,, van wetenschappelijke publicaties tot boeken over macht, migratie, vrijheid, consumentisme en een lange reeks andere thema’s. Voorts trad ze op in theaters met het college ‘Een vrij land’ en was ze betrokken bij de totstandkoming van documentaires.

 

opportunistisch meewaaien

Kenmerkend voor intellectuelen is het twijfelen en relativeren. Omstandigheden veranderen. Ideeën en opvattingen dus ook. Absolutisme is aan hen niet besteed. Opvattingen evolueren naar gelang maatschappelijke of culturele ontwikkelingen en dus is de kans groot dat de intellectueel op een dag meningen aanhangt die haaks staan op wat hij of zij voorheen betoogde. ‘Men kan mij toch niet kwalijk nemen dat ik wijzer word’ placht de toenmalige Duitse bondskanselier Konrad Adenauer te zeggen als iemand hem confronteerde met een inconsistentie in zijn opvattingen.

 

Op zich niets mis met intellectuele ontwikkeling en aanpassing van standpunten. Anders ligt het wanneer gewijzigde opvattingen het karakter van opportunisme, cliëntelisme of een slappe ruggengraat in zich dragen. Je kunt ook teveel meebuigen met wat de omgeving op enig moment van je verwacht of met wat je goed uitkomt. Kenmerkend voor een echte intellectueel is dat die stand houdt, ook bij tegengas en niet opportunistisch meewaait met een of andere actuele wind, zelfs of vooral wanneer het discours lastig wordt.

 

Dat brengt ons bij de actuele discussie over het al dan niet toestaan dat bijzondere opsporingsambtenaren, in het jargon ‘BOA’s’ genoemd uitingen van religieuze identiteit -lees een hoofddoek- dragen.