ZO BEHANDELT DE TWEEDE KAMER UW INTEGRITEITSKLACHTEN
lees de e-mails en oordeel zelf: is dit een integere aanpak?
Al jaren praat de Tweede Kamer over integriteit. Dat was ook wel nodig, want het aantal integriteitsschendingen van Kamerleden is niet meer te tellen op de vingers van vele handen. Hoopvol was dat de Kamer een Gedragscode voor zichzelf opstelde en een College van Onderzoek Integriteit Tweede Kamer in het leven riep dat toezicht moest houden op de naleving.
Kamerleden kunnen zich tot het College wenden met klachten over collega's. Dat doen ze natuurlijk niet, dus is het goed dat iedere burger dat ook kan. Jammer is dat het slechts mag gaan over feiten die zich voordeden na 1 april 2021. Over wangedrag van voor die tijd mag u niet meer zeuren. Jammer is ook dat het College geen enkele moeite doet zich bekend te maken en klagers die het College toch weten te vinden behandelt als lastpakken die beter genegeerd kunnen worden.
Over het College van Onderzoek Integriteit schreef ik in de publicatie www.geertdales.com/integriteit-tweede-kamer.
Op 20 mei diende ik een klacht in over wangedrag van twee Kamerleden van Forum voor Democratie. Om te laten zien hoe de Kamer c.q. het College van Onderzoek Integriteit met zo'n klacht omgaat, krijgt u hieronder inzage in mijn mailverkeer met die club.
Sinds mijn klacht zijn meer dan tien weken verstreken. Het enige dat ik vernam - en dat ook pas nadat ik er zelf om vroeg- was een brief van 8 juli 2021 waarin werd verteld dat het College bij het Openbaar Ministerie navraag had gedaan of de betrokken Kamerleden zouden worden vervolgd wegens het plegen van strafbare feiten. In dat geval was het College niet bevoegd te oordelen over mijn klacht. Al op 23 mei had ik zelf het College uitgelegd dat de feiten op zich strafbaar waren, maar niet in de plenaire vergaderzaal van de Tweede Kamer. Anderhalve maand later kwam het College tot hetzelfde inzicht. Het zou zich verder buigen over de vraag of mijn klacht ontvankelijk was. Toen viel het weer stil.
Op 20 juli vroeg ik waarom dit zo lang duurt. Antwoord kreeg ik niet.
Dit zaakje had binnen een week als volgt afgehandeld kunnen worden:
”Geachte heer Dales,
Wij hebben uw klacht van 20 mei 2021 bestudeerd, de videobeelden bekeken en vastgesteld dat de Kamerleden G. Van Meijeren en S. Kerseboom pal voor de neus van Tweede Kamervoorzitter Bergkamp de op dat moment geldende coronamaatregelen aan hun laars lapten en daarmee het aanzien van de Kamer hebben geschaad. Dat is een overtreding van de Gedragscode. Wij hebben ons oordeel doen toekomen aan het Presidium van de Tweede Kamer dat het bevoegde orgaan is om de door ons aanbevolen sanctie op te leggen. Onze aanbeveling luidt: toepassing van de sanctie ‘uitsluiting van deelname aan de Commissie Volksgezondheid voor de duur van een maand.
Met vriendelijke groet,
De Commissie van Onderzoek Integriteit Tweede Kamer”.
Maar zo ging het niet. Het COITK studeert nog steeds op de ontvankelijkheidsvraag. Ben ik te ongeduldig of is meer dan tien weken zwijgen en ook niet reageren op een volstrekt normale voortgangsvraag labbekakkerig gedrag dat de burger ontmoedigt zich ooit nog tot die club te wenden?
Geert Dales
1 augustus 2021
Aanmeldingen voor updates op deze website via www.geertdales.com/nieuwsbrief-reacties-contact
Afmeldingen eveneens daar
_____________________________________________________________________________________________________________
EMAIL-VERKEER MET HET COLLEGE VAN ONDERZOEK INTEGRITEIT TWEEDE KAMER:
Van: Geert Dales <g.dales@xxxxx
Aan: College Integriteit <collegeintegriteit@tweedekamer.nl>
Datum: 20-07-2021 22:25
Onderwerp: Fwd: RE: Voortgang klachtbehandeling
Geacht College,
Twee maanden wacht ik intussen op enigerlei inhoudelijke reactie op
mijn klacht over de misdragingen van twee FvD Kamerleden.
Hoe lang gaat dit duren en waarom duurt dit zo lang? Zo ingewikkeld
is deze casus toch niet?
Hartelijke groet,
Geert Dales
Van: College Integriteit <collegeintegriteit@tweedekamer.nl>
Aan: 'Geert Dales' <g.dales@xxxxx
Datum: 08-07-2021 10:47
Onderwerp: RE: Voortgang klachtbehandeling
Geachte heer Dales,
In de bijlage vindt u een brief van het College van onderzoek
integriteit.
Ik hoop u hiermee voor nu voldoende te hebben geïnformeerd.
Namens het College,
De secretaris integriteit
Postbus 20018, 2500 EA Den Haag
E collegeintegriteit@tweedekamer.nl
Van: Geert Dales <g.dales@xxxxx
Verzonden: woensdag 7 juli 2021 19:21
Aan: College Integriteit <collegeintegriteit@tweedekamer.nl>
Onderwerp: RE: Voortgang klachtbehandeling
Geacht College, geachte secretaris mevrouw Haveman,
We zijn weer een week verder na mijn laatste mail -die u niet
beantwoordde- en nog immer geen enkele inhoudelijke informatie over de
voortgang van mijn klacht van 20 mei 2021 over twee FvD-Kamerleden.
Kunt u zich voorstellen dat ik hier langzamerhand een heel
ongemakkelijk gevoel over krijg en me begin af te vragen of het
College van Onderzoek Integriteit Tweede Kamer wel een serieus te
nemen instituut is, als zo’n simpele klacht als die van mij niet
binnen een redelijke termijn wordt afgehandeld en er niet eens
antwoord komt op een vriendelijk verzoek om voortgangsinformatie?
Ik vernam dat uw secretaris mevrouw Haveman binnenkort een nieuwe
functie elders aanvaardt, waarmee ik haar van harte feliciteer. Dat
zou de non-respons kunnen verklaren. Maar niet rechtvaardigen. Graag
zie ik uw -inhoudelijke- reactie tegemoet.
Hartelijke groet,
Geert Dales
Op 29-06-2021 12:36 schreef Geert Dales <g.dales@xxxxx:
Geachte mevrouw Haveman,
Sinds uw mail van 9 juni, waarin u berichtte dat ik nader over mijn
klacht van 20 mei jl tegen twee FvD Kamerleden zal worden
geïnformeerd zodra het College van Onderzoek Integriteit Tweede Kamer
een besluit heeft genomen over de ontvankelijkheid, zijn er drie weken
verstreken.
Is er intussen al enige concrete voortgang te melden?
Uit intrinsieke belangstelling voor de ontwikkeling van
overheidsintegriteitsbeleid ben ik geïnteresseerd in de kwantitatieve
ontwikkelingen m.b.t. Het CvOI, in het bijzonder:
- hoeveel klachten ontving het College inmiddels?
- hoeveel daarvan zijn ingediend door leden van de Tweede Kamer en
-hoeveel door derden?
- Hoeveel klachten zijn inmiddels afgehandeld?
- Kunt u die gegevens verstrekken?
Dank bij voorbaat voor uw reactie,
met vriendelijke groet,
Geert Dales
Op 09-06-2021 14:34 schreef College Integriteit
collegeintegriteit@tweedekamer.nl>:
Geachte heer Dales,
Hartelijk dank voor uw e-mail. Hierbij bevestig ik namens het College
de goede ontvangst van uw nagestuurde gewijzigde bijlagen op 23 mei
2021 en uw mail van hedenochtend.
Zodra het College een besluit heeft genomen over de ontvankelijkheid van uw klacht, wordt u hier nader over geïnformeerd.
Met vriendelijke groet,
Marloes Haveman
Secretaris van het College van onderzoek integriteit
Postbus 20018, 2500 EA Den Haag
E collegeintegriteit@tweedekamer.nl
Van: Geert Dales <g.dales@xxxxx
Verzonden: woensdag 9 juni 2021 09:55
Aan: College Integriteit <collegeintegriteit@tweedekamer.nl>
Onderwerp: Voortgang klachtbehandeling
Geacht College,
Op 20 mei 2021 diende ik ik via het daarvoor bestemde digitale
formulier een klacht in tegen de FvD Kamerleden Van Meijeren en
Kerseboom wegens gedrag schadelijk voor het aanzien, het gezag en de
waardigheid van de Tweede Kamer. Het gewraakte gedrag bestond uit een
flagrante schending van de op dat moment geldende
coronabestrijdingsmaatregelen.
Op 21 mei 2021 ontving ik een ontvangstbevestiging en globale
procedureschets.
Op 23 mei stuurde ik een tweetal publicaties van mijn hand ter nadere
onderbouwing van mijn klacht, de klachtwaardigheid en de
ontvankelijkheid van uw College, met het verzoek die toe te voegen aan
het dossier.
Na de ontvangstbevestiging van 21 mei vernam ik niets meer.
Uiteraard begrijp ik dat in kwesties als deze zorgvuldig gehandeld
dient te worden en dat daar enige tijd mee gemoeid is. Snelheid en
transparantie zijn echter evenzeer van belang in de afhandeling van
integriteitskwesties. Hoe langer het tijdsverloop, hoe vervliegender
het momentum en daarmee de relevantie van uw oordeel.
Nu de corona-restricties in de samenleving als geheel weer aanzienlijk
zijn versoepeld zou een late afhandeling van mijn klacht al snel als
‘mosterd na de maaltijd’ kunnen gaan gelden omdat niemand zich te
zijner tijd meer kan voorstellen welke maatschappelijk zeer ongewenste
invloed eruit ging van het door de twee Kamerleden vertoonde gedrag.
Derhalve zou ik een voortgangsbericht zeer op prijs stellen, waarvoor
bij voorbaat hartelijk dank.
Met vriendelijke groet,
Geert Dales
WORDT HET NOG WAT MET HET INTEGRITEITSBELEID VAN DE TWEEDE KAMER?
Heeft u ooit gehoord van het College van Onderzoek Integriteit Tweede Kamer?
Is u bekend dat niet alleen Kamerleden, maar alle burgers bij dat College klachten kunnen indienen wanneer een Kamerlid de Gedragscode voor leden van de Tweede Kamer schendt?
Kent u die Gedragscode, die voorschrijft dat Kamerleden zich onthouden van gedragingen die het gezag of de waardigheid van de Kamer in ernstige mate schaden?
Weet u dat dit College inmiddels bijna vier maanden in functie is en dat mevrouw mr. S.J.E. Horstink-von Meyenfeldt, staatsraad bij de Raad van State daarvan de voorzitter is en de heer drs. F.M.H. van Dijk, oud adjunct-griffier van de Tweede Kamer en dr. P. Overeem, onderzoeker en docent aan de Vrije Universiteit te Amsterdam, er lid van zijn?
Heeft u sinds hun aantreden ooit ergens een publiek optreden van dit trio waargenomen? Een interview of zo waarin zij vertellen dat het College bestaat, wat het doet en hoe u zich ermee in verbinding kunt stellen?
Heeft u wel eens geprobeerd om op de website van de Tweede Kamer een handzaam bericht te vinden waarin wordt uiteengezet hoe de Kamer omgaat met integriteitsvraagstukken? Waarin uitgelegd wordt waar het College wel en niet over gaat en u uitgelegd wordt hoe u een klacht kunt indienen?
Weet u dat dit College alleen bevoegd is te oordelen over schendingen van de Gedragscode van na 1 april 2021 en u zich dus niet kunt beklagen over de aanwezigheid in de Kamer van een frauderende pooier, over antisemitische uitingen van bepaalde Kamerleden of over het graaien door een Kamerlid uit liefdadigheidsfondsen, omdat die feiten zich voordeden voor 1 april 2021?
Kunt u ergens nalezen hoeveel schendingen van de Gedragscode zich sinds 1 april 2021 hebben voorgedaan, hoeveel klachten daarover zijn ingediend en hoeveel daarvan afkomstig waren van Kamerleden en hoeveel van gewone burgers? Denkt u dat u die informatie krijgt als u er navraag naar doet?
Heeft u iets van dat College vernomen toen leden van het Kabinet en de Kamer betrapt werden op leugens? Toen bleek dat in de Kamer iemand zitting had genomen die met zijn handen in de broekjes van iets te jonge jongens zat? Toen een net gekozen Kamerlid al na zes weken een dikke middelvinger opstak naar de politieke partij waaraan het lid door leugenachtigheid de zetel te danken had? Vond u dat ook niet mooie aanleidingen voor zo’n onderzoekscollege om zich te profileren? Om eens iets van een visie ten beste te geven?
Als u op al deze vragen ‘nee’ antwoord zult u ook wel ‘nee’ antwoorden op de vraag of we het integriteitsbeleid van de Tweede Kamer serieus moeten nemen.
Mij kost het in ieder geval in toenemende mate moeite. Op 20 mei jl. diende ik bij dat College een klacht in tegen de Kamerleden Gideon van Meijeren en Simone Kerseboom (FvD) wegens een ernstige overtreding van de op dat moment geldende coronamaatregelen. Het gedrag dat zij in de plenaire zaal van de Tweede Kamer hadden vertoond (omhelzingen en zoenen) was aan te merken als een strafbaar feit –overtreding van de anderhalve meter maatregel- waarvoor gewone burgers werden beboet. Het was een eclatante schending van de Gedragscode.
Omdat het College van Onderzoek Integriteit niet bevoegd is te oordelen over strafbare gedragingen van Kamerleden –daarvoor zijn er immers opsporingsambtenaren en strafrechters- heb ik het College op 23 mei een aanvullend document toegestuurd waarin ik uiteenzette dat de gedragingen van de Kamerleden op zichzelf strafbaar waren, maar niet in de plenaire zaal van de Tweede Kamer, waar de Kamerleden voor zichzelf ruimere wettelijke maatstaven hadden geregeld. Ergo: het College was naar mijn mening bevoegd te oordelen.
Op 8 juli, anderhalve maand na mijn klacht, kreeg ik bericht van het College dat het navraag had gedaan bij het OM en dat er inderdaad geen vervolging zal plaatsvinden. Precies wat ik op 23 mei al zei.
“Het College zal zich nu verder beraden over de vraag of het bevoegd is om uw klacht in behandeling te nemen”.
Op 20 juli heb ik nog maar eens een mailtje gestuurd. “Twee maanden wacht ik intussen op enigerlei inhoudelijke reactie op mijn klacht over de misdragingen van twee FvD Kamerleden. Hoelang gaat dit duren en waarom duurt dit zo lang? Zo ingewikkeld is deze casus toch niet?”
Wat niet is kan nog komen, maar antwoord kreeg ik niet.
Wat moeten we nou geloven van de intentie die de Tweede Kamer sinds jaar en dag heeft uitgesproken om eindelijk werk te maken van een serieuze aanpak van integriteitsvraagstukken?
Geert Dales
23 juli 2021
(Aanmeldingen voor updates op deze website via www.geertdales.com/nieuwsbrief-reacties-contact. Afmeldingen eveneens daar)
EEN INTEGRITEITSTEST VOOR DE TWEEDE KAMER (tekst van 21/5/2021)
Nog geen twee maanden na de installatie is al bijna 10% van de Kamerleden in de fout gegaan. De andere 90% ook door erover te zwijgen.
De Tweede Kamer heeft de afgelopen jaren werk proberen te maken van de bevordering van integer handelen in eigen kring. Dat was ook wel nodig. Wie de handel en wandel van Kamerleden een beetje heeft gevolgd ziet dat er, zachtjes uitgedrukt, ruimte is voor verbetering.
Laat ik het iets ruiger verwoorden: het is bezopen dat in ons ‘hoogste orgaan’ integriteitsschendingen schering en inslag zijn. Dat de Kamer een gedragscode heeft opgesteld, een integriteitsadviseur aangesteld en een College van Onderzoek Integriteit ingesteld mag gelden als een begin van serieus beleid, maar zolang Kamerleden zelf niet in het geweer komen wordt het nooit wat.
In vorige zittingsperioden hadden we onder meer te maken met een reeks Kamerleden die hun zakken vulden met onterecht verkregen vergoedingen. Een daarvan is thans met instemming van de partijleider loco-burgemeester van Groningen. Twee anderen zetelen nog immer in het Parlement. Van de serie alcoholistische automobilisten onder de Kamerleden is er één op dit moment wethouder te Oegstgeest. Een ander is opnieuw zittend Kamerlid. Een frauderende pooier die het Kamergebouw als bordeel gebruikte loopt eveneens nog steeds ongehinderd rond in ons parlement. In een potentiële coalitiefractie kon kritiekloos iemand plaatsnemen die zich met een imago van goedmens en een handige bedrijfsconstructie verrijkte door te graaien uit donaties voor goede doelen. Het Kamerlid dat met zijn hand in de broekjes van erg jonge jongens zat is inmiddels beschaamd afgedropen, maar hij werd wel beëdigd hoewel zijn bedenkelijke praktijken al lang bekend waren. Inmiddels hebben we ook te maken met een reeks Kamerleden die op eigen gezag wettelijk verankerde coronamaatregelen aan de laars lappen en er niet voor terugschrikken anderen in gevaar te brengen door ongevraagde aanrakingen, zelfs nadat bij een van de aanrakers corona-achtige verschijnselen waren geconstateerd. Tot slot is er ook nog een Kamerlid tegen wie, naar zeggen van de (inmiddels afgetreden) partijvoorzitter, door de vice-voorzitter van de desbetreffende partij een integriteitsklacht is ingediend wegens ongewenste intimiteit.
De nieuwe Tweede Kamer zit er nog geen twee maanden en ik tel nu al meer dan tien leden die zich aan integriteitsschendingen schuldig hebben gemaakt. De anderen staan erbij en kijken ernaar. Een integriteitsschending op zich. Elkaar aanspreken hoort de norm te zijn. Als in een organisatie in minder dan geen tijd een kleine tien procent van de medewerkers de fout in gaat zal iedere leidinggevende dat zien als een rode vlag. Zo niet de Tweede Kamer. Daar is wegkijken de norm en worden integriteitsvraagstukken onder de tafel gewerkt in een mist van vage teksten en onduidelijke commissies waarvan geen gewone sterveling iets snapt of weet van heeft.
Integriteitsbeleid Tweede Kamer
In maart 2013, ruim acht jaar geleden dus, installeerde de Kamer een Werkgroep Integriteit. Jaren van gepalaver leidde begin 2020 tot de aanstelling van een Adviseur Integriteit en de opstelling van een Gedragscode voor leden van de Tweede Kamer. Op 1 april 2021 benoemde de Tweede Kamer een College van Onderzoek Integriteit, dat moet toezien op naleving van de Gedragscode.
Over de prestaties van de Adviseur Integriteit berichtte ik op 26 april jl. in de publicatie ‘Een vijf-en-een-half voor vlijt’ (tekst nog te vinden op de pagina 'actueel'). Kort samengevat: wat heeft die mevrouw in godsnaam zitten doen in het afgelopen jaar?
Van de Gedragscode moet u zich ook niet teveel voorstellen. Het is geen doorwrocht en weldoordacht Handboek Integriteit voor Kamerleden met serieuze sancties, zoals uitsluiting uit het Parlement naar Brits model, maar een A4tje waarop vijf gedragsregels zijn vastgelegd, met twee aanvullende uitleg-A4tjes:
- Het Kamerlid oefent zijn ambt uit in onafhankelijkheid en in het algemeen belang
- Het Kamerlid accepteert geen gift of gunst die bedoeld is om zijn handelen in het ambt te beïnvloeden
- Het Kamerlid voldoet aan de registratieverplichtingen van het ambt
- Het Kamerlid gebruikt informatie niet voor persoonlijke belangen en waarborgt vertrouwelijkheid
- Het Kamerlid handelt conform de regels van de Kamer
Kortom: regels die al lang (grond-)wettelijk verankerd zijn, dan wel usance waren, of waarvan niet valt vast te stellen wat er precies mee bedoeld wordt. Sancties op overtreding zijn er alleen bij gedragsregel 4: uitsluiting van deelname aan commissievergaderingen voor maximaal een maand (maar wel met behoud van stemrecht) en uitsluiting van kennisneming van vertrouwelijke stukken. Gedragsregels 1, 2 en 3 kennen helemaal geen sanctie op overtreding. De straf op overtreding van gedragsregel 5 is dat de voorzitter een Kamerlid het woord kan ontnemen of van verdere deelname aan de vergadering waarin de overtreding plaatsvond kan uitsluiten.
digitale speurtocht
Voor het toezicht op de naleving van dit setje open deuren en vaagtaal is een deftige commissie ingesteld die ‘College van Onderzoek Integriteit Tweede Kamer’ heet. Sinds 1 april 2021 is dit comité aan het werk.
‘Iedereen kan een klacht indienen over vermeende schending van de Gedragscode door een Kamerlid’ lezen we op de website van de Tweede Kamer, mits u in dat digitale doolhof de weg weet te vinden.
Probeer het eens, als u een staaltje wangedrag van een Kamerlid waarneemt en u zich daarover wilt beklagen, maar niet weet dat u daarvoor moet zijn bij een commissie die zich ‘College van Onderzoek Integriteit’ noemt. Welke zoekopdracht u ook intoetst op www.tweedekamer.nl, u vindt het niet. U raakt totaal het spoor bijster in Kamerstukken, Kamervragen, notulen van vergaderingen, documenten uit lang vervlogen tijden en andere rommel. Grote kans dat u denkt: ‘Laat maar’.
Bent u vasthoudend en heeft u eenmaal het College van Onderzoek Integriteit gevonden, dan is het nog lang niet geregeld. ‘Het College kan geen klachten in behandeling nemen waarbij het Reglement van Orde op andere wijze het toezicht regelt, zoals het gedrag van Kamerleden tijdens debatten’. Om vast te stellen of uw klacht ontvankelijk is moet u dus eerst dat Reglement doornemen. Dat beslaat 48 pagina’s die bepaald niet lezen als de Donald Duck. Dan is er ook nog een ‘Regeling’ waarin de procesgang in het College zelf is vastgelegd.
knuffelen klachtwaardig gedrag?
Helaas kon ik na lezing van die 48 pagina’s, de gedragscode met bijbehorende toelichting en de Regeling niet met zekerheid vaststellen of het wangedrag van de Kamerleden Gideon van Meijeren en Simone Kerseboom van Forum voor Democratie van woensdag 19 mei jongstleden wel of niet valt onder het mandaat van het College van Onderzoek Integriteit. Deze Kamerleden bestonden het om elkaar te zoenen en te knuffelen in de plenaire zaal, waarbij zij, mede door de afwezigheid van mondkapjes, ernstige overtredingen begingen van de coronaregels die ons door de overheid, met instemming van de Tweede Kamer zelf, zijn opgelegd.
Als u dat gedrag zou vertonen in het openbaar vervoer of in winkels maakt u kans op twee keer een boete van 95 euro. Geen afstand houden en geen mondkapje dragen zijn feiten waarvan de strafbaarheid en strafmaat zijn verankerd in de artikelen 68bis lid 2 en 68bis lid 1(a) van de Wet Publieke Gezondheid. Kamerleden zijn, ook in de arena van de Tweede Kamer, niet gevrijwaard van beboeting of vervolging bij strafbare feiten. De casus lijkt dan ook een simpele. Hier is ontoelaatbaar gedrag vertoond dat gesanctioneerd dient te worden. Dat in de Kamer wettelijk iets meer vrijheden gelden dan buiten de deur ontslaat de Kamerleden niet van de plicht zich te gedragen zoals dat van iedere andere burger wordt verwacht en geëist. Handhaving is derhalve geboden.
wie handhaaft?
Maar door wie? De Kamervoorzitter deed het niet. Zij sputterde slechts, ruim nadat de feiten hadden plaatsgevonden. De ‘huisregels’ gingen nog eens rond en dat was het. Handhavers van de coronamaatregelen die de Kamerleden op hun wangedrag hadden kunnen aanspreken waren in geen velden of wegen te bekennen. Ook heb ik geen Kamerleden zien of horen protesteren. Bodes grepen evenmin in, maar dat zal niet tot hun takenpakket behoren.
Omdat ik het bezopen vind dat dit allemaal zomaar kan in ons Parlement en ik wel eens wil weten of dat integriteitsbeleid van de Kamer iets voorstelt of gebakken lucht is, heb ik op 20 mei een klacht ingediend bij het College van Onderzoek Integriteit. Daarbij baseerde ik mij, nu de reglementen, code en regeling geen helderheid geven over de ontvankelijkheid van mijn klacht, op een toelichtende mededeling bij de Gedragscode:
‘De gedragscode ziet op al het handelen in het ambt van Kamerlid, waaronder tevens wordt begrepen gedragingen die het gezag of de waardigheid van de Kamer in ernstige mate schaden’.
Me dunkt dat Kamerleden die in de volle openbaarheid in de plenaire zaal wettelijke regelingen en eigen codes aan de laars lappen en al lachend feiten plegen die in het dagelijkse leven van burgers strafbaar zijn, het gezag en de waardigheid van de Kamer in ernstige mate schaden.
hoe gaat dit aflopen?
Het College kan, zo lezen we in de ‘Regeling’, geen klachten in behandeling nemen over strafbare feiten of over feiten waarbij het Reglement van Orde op andere wijze het toezicht regelt ‘zoals het gedrag van Kamerleden tijdens debatten’. Of het knuffel- en zoengedrag gerekend moet worden tot ‘feiten waarbij het Reglement van Orde op andere wijze het toezicht regelt’ is niet met zekerheid vast te stellen. Het betreft feiten die strafbaar gesteld zijn, dus zou het College mijn klacht als niet-ontvankelijk kunnen aanmerken, zij het dat dit gedrag in de beslotenheid van de Kamer weer niet strafbaar is. De gedragingen waren zonder meer schadelijk voor het gezag en de waardigheid van de Kamer en dat is iets waarop de gedragscode ‘ziet’. Dus is mijn klacht wel ontvankelijk. Het gebeurde bovendien niet tijdens, maar na het debat. Het was derhalve geen ‘gedrag van Kamerleden tijdens debatten’ waarvoor het Reglement van Orde toezicht regelt en het College buitenspel zet. Een extra argument pro ontvankelijkverklaring, lijkt mij.
Desalniettemin is er iets in mij dat zegt dat dit gaat eindigen in een formeel afwijzingsbriefje. Zoals de frauderende pooier, de alcoholistische automobilisten en de graaiers gewoon verder konden omdat die feiten onder de uitsluitingsgrond vallen dat ze voor 1 april 2021 plaatsvonden, zullen de mondkaploze knuffelaars ook wel vrijuit gaan omdat een of ander artikel van het reglement van orde, de gedragscode of de regeling voorziet in een grond voor afwijzing van de klacht.
Waarna de Kamer voortstrompelt naar het volgende integriteitsschandaal. Kamerleden staan erbij, kijken ernaar en doen niets, zonder te beseffen dat ze daarmee hun eigen integriteitsbeleid, dat nog in de kinderschoenen staat terwijl het elders in de samenleving al lang gemeengoed is, te gronde richten.
Geert Dales
21 mei 2021
E-mail: geert@geertdalesmail.nl